De evolutietheorie gaat over hoe soorten door de tijden heen veranderen . Bijvoorbeeld wat er gebeurt met de vinken op de Galapagos Eilanden. Als je twintig vinken los laat op bijvoorbeeld de Galapagos Eilanden verschillen ze nauwelijks van elkaar. Maar als je tien jaar later terugkomt, zijn de vinken zowat een andere soort geworden. Dat komt bijvoorbeeld doordat je op een eiland veel buizerds hebt. en  dan overleven daar de vogels met de beste schudkleur. De rest gaat dood. De kinderen van de overgebleven vogels lijken veel op de vader en moeder. Die hebben dus net zo'n goede schudkleur of zelfs beter. Ook daarvan overleven weer de vinken die de beste schudkleur hebben. En die krijgen kinderen. En daarvan overleven weer de vogels met de beste schudkleur. Enzovoort. Dit heet natuurlijke selectie.

Maar er is nog een ding: alleen de mooiste mannetjes kunnen zich voortplanten dat komt allemaal door de vrouwtjes. Dus als de mannnetjes minder aantrekkelijk worden verminderderdt de soort langzaam. Maar als er meer aantrekkelijke mannetjes komen zal de soort vermeerderen. En dat verwisselt steeds dus alles blijft ongeveer hetzelfde. Zo werkt de evolutietheorie.